Nieuwleusen – Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft gevangenisstraffen van vijf jaar geëist tegen een 36-jarige man en 36-jarige vrouw voor onder meer een poging tot doodslag op een deurwaarder 10 juli 2019 in Nieuwleusen. Daarbij zou de man meerdere keren met een metalen pijp tegen zijn hoofd en lichaam zijn geslagen en zou hij zijn geslagen en getrapt.
De deurwaarder raakte gewond aan arm, been en voet. Volgens de officier van justitie heeft de deurwaarder voor zijn leven gevreesd. De man was die dag bij de verdachten thuis om een stuk uit te reiken in het kader van een civiele procedure.
Het OM heeft de twee ook afpersing ten laste gelegd. De deurwaarder zou, nadat hij was mishandeld, zijn gedwongen tot afgifte van documenten, autosleutels en mobiele telefoon (met pincode). Verder zouden de verdachten – een dag eerder – een advocaat hebben bedreigd.
De verdachten hebben verklaard dat juist zij werden aangevallen door de deurwaarder, en dat ze niet anders konden dan zich verdedigen. De officier vindt dat er geen bewijzen zijn voor die stelling. De letsels die de verdachten zouden hebben opgelopen, staan wat de officier betreft in schril contrast met de verwondingen van de deurwaarder. Volgens haar is er ook voldoende bewijs dat het slachtoffer is afgeperst. De 36-jarige vrouw heeft verklaard dat zij de beschikking had over de autosleutels, papieren en telefoon van de man.
De (civiele) advocaat die in een eerder stadium de belangen van een van de verdachten behartigde, voelde zich genoodzaakt tot het doen van aangifte van bedreiging toen op 10 juli – een dag nadat zij werd bedreigd – bleek waartoe de verdachten in staat waren. Bij haar strafeis heeft de officier laten meewegen dat de deurwaarder en de advocaat geconfronteerd zijn met geweld en bedreigingen juist tijdens de uitoefening van hun werk.