DEVENTER – “Ze was nog zo vitaal en had nog zoveel plannen,” vertelt de geëmotioneerde dochter van de 79-jarige fietsster die vorig jaar om het leven kwam na een verkeersongeval op de Margijnenenk. “Het is een groot gemis voor haar kinderen en kleinkinderen.” Zij zaten dinsdag huilend en snikkend op de volle tribune in de rechtszaal in Zwolle. Nadir B, de 27-jarige automobilist uit Deventer, was er niet veel beter aan toe. De gebroken man kon amper onder woorden brengen wat het ongeval met hem heeft gedaan.
Op vrijdag 6 mei 2022 is de 79-jarige op bezoek geweest bij haar dochter. Ze stapt op haar elektrische fiets om huiswaarts te keren. Niemand beseft dan nog dat ze nooit meer thuis zal komen. Ze rijdt over het fietspad langs Winkelcentrum Keizerslanden, maar ze stopt niet voor de haaientanden voor de rijbaan op de Margijnenenk.
Hoge snelheid
Een ooggetuige verklaarde bij de politie: “Ik zag dat mevrouw doorfietste over de haaientanden, ze stopte niet.” Op dat moment komt Nadir D. aanrijden met een elektrische auto. Hij ziet dat een scooter en een auto hem voorrang verlenen en geeft gas.
“Toen ik zag dat ze over de haaientanden fietste was het al te laat en heb ik nog naar links gestuurd,” zegt Nadir tegen de drie rechters. Het openbaar ministerie meent dat Nadir schuld heeft aan het fatale ongeval omdat uit het onderzoek van twee mobiele telefoons bleek dat hij met een snelheid tussen de 59 en 74 kilometer per uur over de kruising reed en net voor het ongeval weer gas bijgaf. Dat de vrouw hem geen voorrang verleende doet er niets aan af. “De fout van de één heft de fout van de ander niet op,” aldus de officier van justitie.
Wakker gelegen
Nadir weet zelf niet hoe hard hij reed. Het zicht was goed, hij voelde zich kiplekker, zijn auto was in prima staat en hij kende de verkeerssituatie op zijn duimpje. “Ik heb de snelheid dan niet goed ingeschat,” verklaart hij in de rechtbank. “Ik heb afgeremd en toen ik zag dat het verkeer stopte, gaf ik weer gas bij. Ik heb niet op de snelheidsmeter gekeken omdat ik drukker was met kijken of ik voorrang kreeg.” De Deventenaar heeft het moeilijk en wil ook niet in discussie gaan over de snelheid. “Ik twijfel niet aan die berekening en vind het zo erg voor de nabestaanden. Het is mijn fout.”
“Het ongeluk heeft me letterlijk gebroken,” zegt Nadir met een brok in zijn keel. “Erover praten vind ik heel moeilijk. De Deventenaar vertelt dat hij maanden wakker gelegen heeft door het tragische ongeval. Hij greep zelfs een tijdje naar de drank en belandde bij zijn huisarts. Die adviseerde Nadir om te praten met een psycholoog maar dat weigerde hij. De voorzitter van de rechtbank gaat met hem in gesprek en dringt erop aan dat het voor hem verstandig is om toch die hulp te zoeken. “Het lijkt me sterk dat het überhaupt ooit weggaat uit mijn hoofd,” zegt Nadir.
Niet meer autorijden
De rechter wil weten hoe het momenteel met hem gaat. De Deventenaar doet uit de doeken dat het niet zo goed gaat. Hij is lusteloos, werkt zo af en toe en wil niet meer in een auto stappen. “Ik rij alleen nog als het echt moet,” zegt de Deventenaar. Als de voorzitter dan ook nog hoort dat de jonge Deventenaar zich afzondert, zegt ze op moederlijke toon dat er wel iets moet gebeuren: “U moet wel verder net als de nabestaanden van het slachtoffer.”
Nadir vertelt de rechters dat hij veel behoefte had aan contact met de nabestaanden en dat ook kenbaar had gemaakt bij de politie. Die behoefte was er ook bij de nabestaanden. Door miscommunicatie ergens bij politie en justitie kwam het afgelopen vrijdag pas tot een daadwerkelijke ontmoeting. De Deventenaar is blij dat hij het gesprek met de familie van de overleden fietsster is aangegaan.
‘De benen er weer onder’
“Ik wil je bedanken voor ons gesprek,” zegt de dochter van de overleden fietsster. “Het heeft me goedgedaan en ik hoop dat het jou ook helpt.” Aan de drie rechters vertelt ze hoe ontzettend voorzichtig haar moeder was in het verkeer. “Het was een elektrische auto die je niet hoort en waarvan je de snelheid niet goed kan inschatten,” aldus de dochter. “Het verlies van onze moeder en oma is een groot gemis.” De voorzitter kijkt in haar dossier en vraagt de dochter naar een uitspraak van haar moeder: ‘Hup, de benen er weer onder.’
“Dat klopt, na het overlijden van mijn vader en haar man zei ze dat telkens tegen ons, dat was echt haar motto,” antwoordt de dochter. “Dat geldt ook voor Nadir, want zo was mijn moeder. Ik weet zeker dat ze dat ook tegen Nadir zou zeggen.” De voorzitter wil van Nadir horen wat hij vindt van de slachtofferverklaring. “Het verdriet aanhoren is zo moeilijk,” stamelt de gebroken man uit.
Vreselijke gevolgen
“De getuige op de scooter verklaart bij de politie dat mevrouw naar links en rechts keek en doorfietste,” zegt de officier van justitie. “De getuige vermoedt dat de vrouw de naderende auto niet heeft gezien.” Ook de officier denkt dat de auto die amper geluid maakt een rol heeft gespeeld. Ze onderstreept dat automobilisten een zorgplicht hebben voor fietsers. Dat Nadir oprecht geraakt is en zijn verantwoordelijkheid neemt, spreekt in zijn voordeel. Het openbaar ministerie neemt ook mee dat de Deventenaar een blanco strafblad heeft.
“De richtlijn schrijft een taakstraf van 240 uur en een jaar ontzegging van de rijbevoegdheid voor,” vervolgt de officier. “Een straf moet er volgen, zodat voor iedereen duidelijk is dat de regels in het verkeer nageleefd moeten worden. In dit geval wil ik de straf wel matigen.” Het OM eist een werkstraf van 180 uur. Nadir zal het daarnaast 12 maanden zonder rijbewijs moeten doen, de helft daarvan is echter voorwaardelijk.
Advocaat Schadd vraagt de rechters om Nadir vrij te spreken van schuld. “Het is een naar ongeluk met vreselijke gevolgen. We hebben de emoties zojuist in de zaal mogen ervaren.” Hij bepleit dat er een verschil is tussen schuld in de spreektaal en de juridische schuld waar het in de rechtszaal om gaat. “Een enkele verkeersfout is onvoldoende in de zin van de wet,” aldus de raadsman. “Nadir heeft een fout gemaakt en dat geeft hij ook toe … een fout die zeer te betreuren is.”
De rechtbank doet uitspraak over twee weken.
(Verslag: Peter Denekamp)